Post by Cattus on Jan 15, 2008 22:52:53 GMT 1
Emailadres: foxy_luna@hotmail.com
Naam: Vedui Ciryatan
Afkomst: Elf. Half elf/half dark elf
Moeder: Koningin Séreméla van Quillyranda , ze is vermoord door Koning Elrohir nadat ze voor de tweede keer een kind kreeg van een ander. Vedui was toen 29 jaar.
Vader: Ectrhrix, Darkelf, naam onbekend. Leeftijd in mensen jaren zal nu ongeveer (als hij nog leeft) 85 zijn.
Geslacht: Man
Leeftijd: 32
Kleur ogen: geel
Kleur haar: oceaanblauw, turcoise. Hij heeft het al een aantal jaren kort geschoren om minder op te vallen.
Kenmerken: Donker, grijsbruine huidskleur als een darkelf en met zijn haar lijkt hij op het eerste gezicht ook op een darkelf. Maar hij is verder een gewone elf en is eerder het tegenovergestelde van een darkelf.
Kleding: Net zo’n kleur laarsen als zijn haar. Deze komen tot net iets over zijn knieën. Of hij loopt op blote voeten. Een bruinige broek en groenzwarte blouse. Verder draagt hij een zwarte cape die zijn hele lichaam bedekt als hij hem aan heeft, zelfs z’n voeten. Hij heeft meestal een tas bij zich of genoeg broekzakken.
Familie: Hij had een aantal jaar een vrouw genaamd: Ylqa. Daarvan heeft hij één dochter, Sairalindë. Zij is vermoord door zijn half broer Arastor. Hij heeft een half broer Arastor (machtige drakelf) en een halfzusje Inya. Zij is ook het zusje van Arastor, ook een darkelf dus. Die zijn allebei van zijn vaders kant. Daarnaast heeft hij nog een half zus Nessa. De prinses van Quillyranda. En zijn stief vader Koning Elrohir van Quillyranda. Deze is zojuist overleden. Verder heeft hij ook nog een echte vader Ecthrix. Hij heeft geen contact met zijn vader en kent hem niet. Ook heeft hij nog een zoon van zijn tweede vrouw Ayane. Zij is ook vermoord door Arastor. Zijn zoon heet Gopha en daar heeft hij momenteel ook geen contact mee.
Wapens: Twee lange zwaarden, die hij in de schedes langs zijn heupen draagt. Verder heeft hij een groot zilveren kruisboog op z’n rug, afkomstig van zijn onbekende vader, met pijlenkoker met ongeveer 100 pijlen. En hij heeft (als hij z’n laarsen aan heeft altijd een dolk aan zijn rechter laars in een gesp zitten.
Woonplaats: Zwervend, zoekend.
Beroep: Kruisboogleraar, maar heeft al jaren geen les meer gegeven. Hij heeft het kruisboogschieten geleerd van zijn zus Nessa (prinses van Quillyana)
Speciale vaardigheid: Hij kan gedachtes lezen van iedereen als hij de plant Luna Vir heeft gegeten.
Karakter: Hij heeft een hekel aan darkelfen ookal is hij er zelf één. Hij is erg crimineel opgevoed en weet alles van criminaliteit, stelen en dealen. Hij is zelf helemaal niet kwaadaardig of crimineel. Hij is juist erg lief meestal. Al heeft hij soms wel wat botte kanten en gemene trekjes en woorden. Hij is snel gehecht aan wezens en laat (vooral vroeger) veel wezens en soms juist ook de verkeerde te dichtbij komen. Hij is vaak bedrogen daardoor en tegenwoordig wantrouwt hij veel wezens die hij niet kent.
Geschiedenis/ Achtergrond: Alvast een deel:
Op een nacht toen Vedui door het enige raampje van de cel hoog in de muur naar de maan lag te staren en iedereen al sliep stond Ylqa ineens voor hem. “Vedui? Mag ik bij je liggen Vedui?” Vedui sloeg de dekens opzij en Ylqa ging op hem liggen. Ze warmde zijn lichaam op en hij streelde haar over haar blote lijf voor zo ver het mogelijk was. Ylqa wou meer en ze kleede hem zachtjes uit. Niemand mocht hun horen. Met z’n tweeën in één bed slapen stond hier in de kerkers al bijna de doodstraf op. Toen Ylqa Vedui had uitgekleed begon ze aanzichzelf. Ze stond in het maanlicht en Vedui genoot van haar prachtige schaduwen in het donker. Ze kroop weer bij hem en ze vreeën de hele nacht. Ylqa viel in Vedui’s armen in slaap. Ze had de gave om haar vruchtbaarheid te regelen en ze wist dat ze zwanger was geworden door Vedui. Dat was wat ze het allerliefste wou. Toen Vedui lag te slapen zei ze zachtjes dat ze van hem hield. Of hij dat gehoord heeft weet ze niet, maar ze sprak de waarheid.
De volgende ochtend stonden alle celgenoten om hen heen te roepen en te grijnsen. Net toen Vedui wat kleding bij elkaar raapte voor zichzelf en Ylqa, kwamen de wachters eraan gerend. Ze sleurden Ylqa uit z’n bed al was ze nog naakt. Ze klampte zich aan hem vast, maar door Vedui’s naakte huid kon ze zich niet goed grijpen. De wachters schreeuwden naar Vedui dat ze hem op zouden sluiten en hem zouden laten kreperen. “Dit is een kerker! Niet bedoelt voor plezier! En al helemaal niet met een VROUW!!!” en nog veel ergerder dingen werden er naar Vedui geschreeuwd. Maar het deed Vedui niks. Hij keek alleen maar naar Ylqa die meegenomen werd door de soldaten en in de cel tegenover hem werd ze betast door de wachters die geilden op haar prachtige lichaam. Sommigen van Vedui’s cel keken lachend toe in de cel, maar anderen gaven protest en probeerden tegen Vedui te praten, maar niemand kwam door zijn gedachten heen. Hij zag hoe ze Ylqa pijn deden en aanraakten. Ineens was hij blij met z’n zelfbeheersing, anders had hij nu niet meer geleefd…
De dagen gingen verder en niks hoorde Vedui van Ylqa. Hij jammerde, rookte geen pijpjes meer en dacht alleen maar aan Ylqa. Aan hun mooie nacht samen en aan hun dingen die ze samen hadden opgebouwd in de gevangenis. Nog nooit had hij zo’n band gehad met iemand als met haar. Na een jaar (vier en een halve maan in mensen jar) hoorde Vedui via via dat Ylqa vrijgelaten was. De dag waarop ze bij Vedui weggehaald werd was haar dag van vrijheid. Ze had het nooit tegen Vedui verteld. Hij voelde zich verraden. En dat versterkte toen hij via een meisje die gelijk met Ylqa binnen gekomen was in de cel, hoorde dat ze expres met hem naar bed was geweest, dat ze wist dat hij van koninklijke afkomst was en dat ze een kind van adel wou. Ze vertelde ook dat Ylqa niet van hem hield en ook nooit gedaan had. Vedui voelde zich zo verraden en in de steek gelaten, maar hij wist niet of hij het moest geloven. Vanaf de dag dat hij vrij kwam heeft hij naar haar lopen zoeken om de waarheid van haar te horen.
Sairalindë, de tempel van pallas athena in Cirmon.
Na Ylqa’s en Vedui’s nacht samen in de kerkers van Doehy in de plaats Huor was Ylqa zwanger geworden. Ze vluchtte van Huor naar Goldir door de droge woestijn en het bos. Ze deed er maanden over. De baby in haar buik groeide hard en toen ze eindelijk in Goldir aan kwam viel ze neer op de kerktorenstoep van de heilige tempel in Goldir. Nonnen hielpen haar en verzorgden haar in de tempel. Ze probeerde een leven op te bouwen in de stad. Al gauw werd bekend dat ze net uit de gevangenis van Huor kwam, zwanger was en wel van een koningszoon. De regering van de stad verdoemde haar. Het was verboden seks te hebben met de zoon van de koning. Al helemaal als je zelf niet van koninklijke afkomst bent en al helemaal niet voor het huwelijk. Ylqa was zeer hoog zwanger en werd op die dag de stad uit gezet. Ze werd per koets de woestijn weer in gezet. Vlakbij de plaats Cirmon. Na enkele dagen zwerven in de woestijn met weinig drinken en eigenlijk geen eten en zonder een ander wezen tegen te komen, beviel te van haar dochterje in het zand. De bevalling leek weken te duren omdat ze alleen was en ze de verschillen tussen dag en nacht niet meer merkte. Ze had mazzel, want de bevalling verliep goed. In de doek die ze aan een stok had gewikkeld om het kleine beetje bagage dat ze bij zich had gehad, wikkelde ze haar baby, nadat ze de doek van de stok had geknoopt. Ze noemde haar Sairalindë. De baby had voedsel nodig en krijsde veel. Ylqa was dood op en reisde naar het oosten. Daar kwam ze na drie dagen de stad Cirmon binnen. De wachters wouden de poort niet voor haar openen en ze storte terplekken in met de baby in haar armen voor de poort van Cirmon. Toen ze na 3 weken haar ogen weer opende lag ze in een witte kamer in een zusters bed. “Mijn baby!” was het eerst was ze riep en ze hoorde babygeluidjes uit een ledikantje niet ver van haar bed vandaan. Snel kwam er een non aan met Sairalindë in haar armen en gaf haar aan Ylqa. Er werd haar verteld door de nonnen dat ze in de tempel van Pallas Athena was. De heiligste tempel van de omgeving in Cirmon. Ylqa vertelde langzaamaan in maanden haar verhaal. De nonnen besloten Sairalindë op te voeden en te verzorgen tot ze de wijde wereld in zou gaan. Ylqa besloot om Vedui te gaan zoeken. Sairalindë was ten slotte zijn dochter. Ze liet Sairalindë achter bij de nonnen in de heilige tempel van Pallas Athena en vertrok met veel bagage richting het noorden naar Quillyana om Vedui te zoeken.
Lees de rest onder de Geschiedenis van Quillyranda.
Naam: Vedui Ciryatan
Afkomst: Elf. Half elf/half dark elf
Moeder: Koningin Séreméla van Quillyranda , ze is vermoord door Koning Elrohir nadat ze voor de tweede keer een kind kreeg van een ander. Vedui was toen 29 jaar.
Vader: Ectrhrix, Darkelf, naam onbekend. Leeftijd in mensen jaren zal nu ongeveer (als hij nog leeft) 85 zijn.
Geslacht: Man
Leeftijd: 32
Kleur ogen: geel
Kleur haar: oceaanblauw, turcoise. Hij heeft het al een aantal jaren kort geschoren om minder op te vallen.
Kenmerken: Donker, grijsbruine huidskleur als een darkelf en met zijn haar lijkt hij op het eerste gezicht ook op een darkelf. Maar hij is verder een gewone elf en is eerder het tegenovergestelde van een darkelf.
Kleding: Net zo’n kleur laarsen als zijn haar. Deze komen tot net iets over zijn knieën. Of hij loopt op blote voeten. Een bruinige broek en groenzwarte blouse. Verder draagt hij een zwarte cape die zijn hele lichaam bedekt als hij hem aan heeft, zelfs z’n voeten. Hij heeft meestal een tas bij zich of genoeg broekzakken.
Familie: Hij had een aantal jaar een vrouw genaamd: Ylqa. Daarvan heeft hij één dochter, Sairalindë. Zij is vermoord door zijn half broer Arastor. Hij heeft een half broer Arastor (machtige drakelf) en een halfzusje Inya. Zij is ook het zusje van Arastor, ook een darkelf dus. Die zijn allebei van zijn vaders kant. Daarnaast heeft hij nog een half zus Nessa. De prinses van Quillyranda. En zijn stief vader Koning Elrohir van Quillyranda. Deze is zojuist overleden. Verder heeft hij ook nog een echte vader Ecthrix. Hij heeft geen contact met zijn vader en kent hem niet. Ook heeft hij nog een zoon van zijn tweede vrouw Ayane. Zij is ook vermoord door Arastor. Zijn zoon heet Gopha en daar heeft hij momenteel ook geen contact mee.
Wapens: Twee lange zwaarden, die hij in de schedes langs zijn heupen draagt. Verder heeft hij een groot zilveren kruisboog op z’n rug, afkomstig van zijn onbekende vader, met pijlenkoker met ongeveer 100 pijlen. En hij heeft (als hij z’n laarsen aan heeft altijd een dolk aan zijn rechter laars in een gesp zitten.
Woonplaats: Zwervend, zoekend.
Beroep: Kruisboogleraar, maar heeft al jaren geen les meer gegeven. Hij heeft het kruisboogschieten geleerd van zijn zus Nessa (prinses van Quillyana)
Speciale vaardigheid: Hij kan gedachtes lezen van iedereen als hij de plant Luna Vir heeft gegeten.
Karakter: Hij heeft een hekel aan darkelfen ookal is hij er zelf één. Hij is erg crimineel opgevoed en weet alles van criminaliteit, stelen en dealen. Hij is zelf helemaal niet kwaadaardig of crimineel. Hij is juist erg lief meestal. Al heeft hij soms wel wat botte kanten en gemene trekjes en woorden. Hij is snel gehecht aan wezens en laat (vooral vroeger) veel wezens en soms juist ook de verkeerde te dichtbij komen. Hij is vaak bedrogen daardoor en tegenwoordig wantrouwt hij veel wezens die hij niet kent.
Geschiedenis/ Achtergrond: Alvast een deel:
Op een nacht toen Vedui door het enige raampje van de cel hoog in de muur naar de maan lag te staren en iedereen al sliep stond Ylqa ineens voor hem. “Vedui? Mag ik bij je liggen Vedui?” Vedui sloeg de dekens opzij en Ylqa ging op hem liggen. Ze warmde zijn lichaam op en hij streelde haar over haar blote lijf voor zo ver het mogelijk was. Ylqa wou meer en ze kleede hem zachtjes uit. Niemand mocht hun horen. Met z’n tweeën in één bed slapen stond hier in de kerkers al bijna de doodstraf op. Toen Ylqa Vedui had uitgekleed begon ze aanzichzelf. Ze stond in het maanlicht en Vedui genoot van haar prachtige schaduwen in het donker. Ze kroop weer bij hem en ze vreeën de hele nacht. Ylqa viel in Vedui’s armen in slaap. Ze had de gave om haar vruchtbaarheid te regelen en ze wist dat ze zwanger was geworden door Vedui. Dat was wat ze het allerliefste wou. Toen Vedui lag te slapen zei ze zachtjes dat ze van hem hield. Of hij dat gehoord heeft weet ze niet, maar ze sprak de waarheid.
De volgende ochtend stonden alle celgenoten om hen heen te roepen en te grijnsen. Net toen Vedui wat kleding bij elkaar raapte voor zichzelf en Ylqa, kwamen de wachters eraan gerend. Ze sleurden Ylqa uit z’n bed al was ze nog naakt. Ze klampte zich aan hem vast, maar door Vedui’s naakte huid kon ze zich niet goed grijpen. De wachters schreeuwden naar Vedui dat ze hem op zouden sluiten en hem zouden laten kreperen. “Dit is een kerker! Niet bedoelt voor plezier! En al helemaal niet met een VROUW!!!” en nog veel ergerder dingen werden er naar Vedui geschreeuwd. Maar het deed Vedui niks. Hij keek alleen maar naar Ylqa die meegenomen werd door de soldaten en in de cel tegenover hem werd ze betast door de wachters die geilden op haar prachtige lichaam. Sommigen van Vedui’s cel keken lachend toe in de cel, maar anderen gaven protest en probeerden tegen Vedui te praten, maar niemand kwam door zijn gedachten heen. Hij zag hoe ze Ylqa pijn deden en aanraakten. Ineens was hij blij met z’n zelfbeheersing, anders had hij nu niet meer geleefd…
De dagen gingen verder en niks hoorde Vedui van Ylqa. Hij jammerde, rookte geen pijpjes meer en dacht alleen maar aan Ylqa. Aan hun mooie nacht samen en aan hun dingen die ze samen hadden opgebouwd in de gevangenis. Nog nooit had hij zo’n band gehad met iemand als met haar. Na een jaar (vier en een halve maan in mensen jar) hoorde Vedui via via dat Ylqa vrijgelaten was. De dag waarop ze bij Vedui weggehaald werd was haar dag van vrijheid. Ze had het nooit tegen Vedui verteld. Hij voelde zich verraden. En dat versterkte toen hij via een meisje die gelijk met Ylqa binnen gekomen was in de cel, hoorde dat ze expres met hem naar bed was geweest, dat ze wist dat hij van koninklijke afkomst was en dat ze een kind van adel wou. Ze vertelde ook dat Ylqa niet van hem hield en ook nooit gedaan had. Vedui voelde zich zo verraden en in de steek gelaten, maar hij wist niet of hij het moest geloven. Vanaf de dag dat hij vrij kwam heeft hij naar haar lopen zoeken om de waarheid van haar te horen.
Sairalindë, de tempel van pallas athena in Cirmon.
Na Ylqa’s en Vedui’s nacht samen in de kerkers van Doehy in de plaats Huor was Ylqa zwanger geworden. Ze vluchtte van Huor naar Goldir door de droge woestijn en het bos. Ze deed er maanden over. De baby in haar buik groeide hard en toen ze eindelijk in Goldir aan kwam viel ze neer op de kerktorenstoep van de heilige tempel in Goldir. Nonnen hielpen haar en verzorgden haar in de tempel. Ze probeerde een leven op te bouwen in de stad. Al gauw werd bekend dat ze net uit de gevangenis van Huor kwam, zwanger was en wel van een koningszoon. De regering van de stad verdoemde haar. Het was verboden seks te hebben met de zoon van de koning. Al helemaal als je zelf niet van koninklijke afkomst bent en al helemaal niet voor het huwelijk. Ylqa was zeer hoog zwanger en werd op die dag de stad uit gezet. Ze werd per koets de woestijn weer in gezet. Vlakbij de plaats Cirmon. Na enkele dagen zwerven in de woestijn met weinig drinken en eigenlijk geen eten en zonder een ander wezen tegen te komen, beviel te van haar dochterje in het zand. De bevalling leek weken te duren omdat ze alleen was en ze de verschillen tussen dag en nacht niet meer merkte. Ze had mazzel, want de bevalling verliep goed. In de doek die ze aan een stok had gewikkeld om het kleine beetje bagage dat ze bij zich had gehad, wikkelde ze haar baby, nadat ze de doek van de stok had geknoopt. Ze noemde haar Sairalindë. De baby had voedsel nodig en krijsde veel. Ylqa was dood op en reisde naar het oosten. Daar kwam ze na drie dagen de stad Cirmon binnen. De wachters wouden de poort niet voor haar openen en ze storte terplekken in met de baby in haar armen voor de poort van Cirmon. Toen ze na 3 weken haar ogen weer opende lag ze in een witte kamer in een zusters bed. “Mijn baby!” was het eerst was ze riep en ze hoorde babygeluidjes uit een ledikantje niet ver van haar bed vandaan. Snel kwam er een non aan met Sairalindë in haar armen en gaf haar aan Ylqa. Er werd haar verteld door de nonnen dat ze in de tempel van Pallas Athena was. De heiligste tempel van de omgeving in Cirmon. Ylqa vertelde langzaamaan in maanden haar verhaal. De nonnen besloten Sairalindë op te voeden en te verzorgen tot ze de wijde wereld in zou gaan. Ylqa besloot om Vedui te gaan zoeken. Sairalindë was ten slotte zijn dochter. Ze liet Sairalindë achter bij de nonnen in de heilige tempel van Pallas Athena en vertrok met veel bagage richting het noorden naar Quillyana om Vedui te zoeken.
Lees de rest onder de Geschiedenis van Quillyranda.