Post by Emrys on Feb 13, 2006 22:44:20 GMT 1
Het kind komt bij hem staan. Hij laat langzaam zijn armen om de schouders van het kind zakken, een afwachtende aanmoediging. Het kind klampt zich vast aan hem. Hij fluistert, Lucas in zijn armen omsluitend. “Wat is er, Lucas?†Langzaam beweegt hij zijn hand naar Lucas’ oog, de traan opvangend die de kern van Lucas’ gedachten weerspiegelt. Lucas huilt. ‘Het kind huilt.’ De troebele denkpatronen van Niels worden verstoord door deze roep. “Wat is er?†Niels veegt het zachte haar van Lucas opzij, in de betraande ogen kijkend. Lucas antwoordt niet, slaat zijn handen voor de ogen en zakt door de knieën. Niels zou radeloos moeten zijn. Dit beeld voor de ogen, deze kleine Lucas, dit alles is hem onduidelijk. “Je huilt.†De woorden klinken als een regendruppel op de koude grond. Niels zucht. Lucas snikt, veegt slordig met zijn mouwen het zout verdriet uit zijn ooghoeken. Een meeslepende vermoeidheid maakt zich meester van Niels’ lichaam. Hij voelt zich gewetenloos, alleen met Lucas. Hij probeert een glimlach te forceren, neemt de hand van Lucas. “Ik ben verdrietig.†Verdrietig, het woord blijft een stille tijd hangen in de lucht. “Verdriet?†De vraag is eerder gesteld dan dat Niels het willen zou. Hij wil vluchten, dit kind vastnemen en verdwijnen, weg van alles. “Ik ben alleen.†Lucas praat stil. Niels voelt een drukkend gevoel vanbinnen, hij wil schreeuwen, “Ik ben er…†Lucas knikt en begraaft zijn hoofd diep in de schoot van Niels. “Ik ben er altijd al geweest.â€Niels klinkt oprecht. “Je was er altijd?†Lucas heeft grote, natte ogen. Niels moet even glimlachen, al lijkt deze glimlach een kwelling die verplichtingen met zich meedraagt. “Waarom was je er vanavond niet?†Opnieuw een zacht gesnik, Niels wrijft met zijn hand over Lucas’ hoofd, zijn vingers in de haren verstrengelend. “Maar ik ben er nu toch?†Lucas staat op en kijkt Niels verbaasd aan, met een lichte sluier van boosheid in zijn ogen. “Nu? Nu …†Niels knikt. “Nu ga ik niet, nu blijf ik.†Lucas draait zich om, “Je was weg. Je was er niet. Je zult er niet opnieuw zijn.†Niels’ handen voelen koud, de kamer lijkt hem in te sluiten… bevangen eenzaamheid. Niels strekt zijn hand, wil die van Lucas grijpen. Lucas doet een stap achteruit. “Je bent er niet. Je bent er niet. Je bent er niet!†Niels wil gaan roepen, roepen hoeveel hij van Lucas houdt. Maar Lucas is doof voor de woorden van Niels. “Je hoeft me niet te kennen,†zegt Lucas serieus, “Ik heb jou nooit gekend.†Niels knikt. Het is waar. Lucas is eerlijk, Lucas vertelt wat hij niet horen wil. Lucas staart in de leegte, schudt zijn hoofd. Niels heeft hem opnieuw verlaten. Niels is er nooit voor hem geweest. Niels is dood.
(De namen in dit verhaal staan los van characters en zijn fictief genomen)
(De namen in dit verhaal staan los van characters en zijn fictief genomen)